Wij krijgen bij School4Dogs vaak de vraag hoe lang mag mijn pup eigenlijk wandelen….
Om hier een duidelijk antwoord op te geven is het belangrijk om eerst iets meer te vertellen over de groei van de pup.
Te veel bewegen is slecht voor een pup, maar te weinig ook.
Het eerste jaar is belangrijk voor elke opgroeiende pup. De socialisatieperiode is intensief en je wil als trots baasje graag van alles ondernemen met je pup. Maar het is in deze periode erg belangrijk dat al deze bezigheden gedoseerd worden zodat je de pup zijn botstructuren niet overbelast of beschadigt. Dit geldt zeker voor pups van grote rassen, deze lopen immers nog meer risico op het ontwikkelen van heup, - ellenboog- of schouderdysplasie (HD/ED/SD). Deze ontwikkelingsstoornissen zijn deels erfelijk bepaald, maar worden ook sterk beïnvloed door externe factoren zoals voeding en beweging
Het sluiten van de groeischijven
Pups van grote rassen zien er vaak sterk en robuust uit, maar toch moeten we er erg voorzichtig en verstandig mee om gaan. De botstructuren van een pup bevatten groeischijven die tijdens de groei volledig moeten sluiten om op volwassen leeftijd een perfecte lichaamsbouw te krijgen.
Deze groeischijven sluiten pas tussen de 5 à 14 maanden:
- Humerus (schouder): 10-12 maanden
- Radius (ellenboog): 9-11 maanden
- Phalangen (tenen): 6-7 maanden
- Pelvis (heup): 5-6 maanden
- Femur (dijbeen): 9-11 maanden
- Tibia (knie): 10-14 maanden
Voor honden jonger dan 14 maanden is het dus niet verstandig om ze te veel te belasten omdat de beenderen nog niet volledig volgroeid zijn en de groeischijven nog niet gesloten zijn!
Dit wil echter niet zeggen dat we onze pup een hele dag moeten opsluiten in een ren of een bench: het is immers erg belangrijk dat de pup goed gespierd is.
Deze spieren ondersteunen en beschermen het kwetsbare skelet. De spieren vormen een soort schokdemper rond het gewricht en zorgen voor meer stabiliteit, zo kan de belasting beter opgevangen worden.
In het eerste levensjaar van de pup moet hij leren hoe te bewegen. Coördinatie moet geoefend worden om een goede en vlotte beweging te kunnen maken. Dit kun je oefenen door te wandelen op verschillende ondergronden en door gebruik te maken van verschillende materialen. Bv. Lopen op gras is een totaal andere ervaring dan lopen in het mulle zand. Je evenwicht bewaren op een luchtbed is veel moeilijker dan op een harde vloer! Deze dingen kun je allemaal oefenen met je jonge hond om zo zijn coördinatie, lichaamsbewijszijn en pootplaatsing te verbeteren. Dit kan op later heel goed van pas komen.
Maar overmatige belasting door bv. overgewicht, een teveel aan ongecontroleerde lichaamsbeweging, traplopen, springen op jonge leeftijd en een te snelle groei kunnen een nadelige invloed hebben op de ontwikkeling van de gewrichten.
Bewegingsschema
Om onze pup goed gespierd te houden en niet zwaar te belasten raden wij aan om een wandelschema te volgen:
We starten op de leeftijd van 8 weken met maximum 10 minuten wandelen, dus 5 minuten heen en 5 minuten terug, dit zo’n vier keer per dag. Dit mag langzaam opgevoerd worden (per maand komen er 5 minuten bij) volgens onderstaand schema:
- 2 maanden: 10 minuten
- 3 maanden: 15 minuten
- 4 maanden: 20 minuten
- 5 maanden: 25 minuten
- 6 maanden: 30 minuten
Bij voorkeur gaan we één van de vier wandelingen uitbouwen terwijl we de andere drie korter houden. Een pup heeft veel rust nodig om goed te groeien. Als hij te veel energie verbruikt met lopen, rennen en spelen, blijft er weinig over om te groeien. Daarnaast heeft een pup ook echt voldoende rust nodig om alles te verwerken en zodoende te leren. Krijgt een pup de gekke 5 minuten dan is het emmertje vol en heeft de pup te weinig rust gehad.
Gecontroleerd ontdekken en bewegen
De pup moet veel lichaams- en bewegingservaring opdoen zonder de beenderen, spieren en gewrichten te veel te gaan belasten. Het hoofddoel in deze fase is het coördinatievermogen, lichaamsbesef en pootplaatsing te oefenen. Variatie is zeker een must. Tijdens de kleuterklas lessen schenken wij veel aandacht aan puppygym om dit allemaal op een speelse manier te ontdekken. Het belangrijkste is dat de pup het leuk vindt en gemotiveerd is om het zelf op eigen tempo allemaal te ontdekken. Oefen niet als de pup moe is en zorg voor minstens evenveel rustperiodes!
Vermijd piekbelastingen zoals springen, het rennen achter stuiterende ballen (de plotse richtingverandering is heel belastend) en vermijd lang galopperen.
Enkele voorbeelden van spelletjes die naast lichaamsbewustzijn, coördinatie en pootplaatsing als doel hebben het zelfvertrouwen en durf verhogen
- lopen over wankele ondergronden bv een wiebelplankje
- over lage obstakels en stokken laten lopen, in combinatie met vreemde ondergrond
- zoekspelletjes tussen verschillende materialen en ondergronden
- lichte trekspelletjes of apporteerspelletje met bv een tennisbal in een kous
Belangrijk is dat je de pup alles op eigen tempo laat ontdekken en ervaren.
Als je rekening houdt met bovenstaande en vooral goed naar je hond leert kijken waardoor je zijn signalen van vermoeidheid op tijd kunt herkennen, dan kan je optimaal gaan genieten van beweging met jouw pup.
(Extra info:
Uit onderzoek is gebleken dat veranderingen in de hormoonhuishouding tijdens de puberteit zorgen voor het sluiten van de groeischijven in de botten. Dit proces is pas voltooid op een leeftijd van ongeveer anderhalf tot twee jaar. Bij castratie voor die leeftijd, blijven de groeischijven langer open en groeien de botten net wat langer door. Dit kan invloed hebben op de verhouding van de botten ten opzichte van elkaar. Gecastreerde honden hebben hierdoor vaker last van heupdysplasie, patella luxatie en een ruptuur van de voorste kruisband van de knie)